Definities van Groot woordenboek der Nederlandse taal in de Ensie W
- We(d)ervraag
- We(d)erw00rd
- We(d)erzeggen
- We(d)erzijds
- Web
- Webbetje
- Weber
- Webscheren
- Webspant
- Weck
- Wecken
- Weckfles
- Weckglas
- Weckketel
- Wecktoestel
- Wed
- Wed, wedstrijd
- Wedana
- Wedde
- Wedden
- Weddenschap
- Weddenschapje
- Wedder
- Wedding
- Wede
- Wede rva ren
- Wedeblauw
- Wedebloem
- Wedeplant
- Weder
- Weder, gewoonlijk weer, o. g.mv
- Weder.komst
- Wederafvallig
- Wederantwoord
- Wederantwoorden
- Wederbeding
- Wederbedingen
- Wederbekomen
- Wederbekoming
- Wederbetaalbaar
- Wederbetaling
- Wederbrengen
- Wederdienen
- Wederdienst
- Wederdoen
- Wederdoop
- Wederdoperij
- Wederdopers
- Wedereis
- Wedereisen
- Wedererlangen
- Wederga(de)
- Wedergaaf
- Wedergeboorte
- Wedergeboren
- Wedergeving
- Wederhebben
- Wederhelft
- Wederhoor
- Wederhoren
- Wederik
- Wederikachtigen
- Wederinhuring
- Wederinkoop
- Wederinstorting
- Wederkeer
- Wederkeerlijk
- Wederkeren
- Wederkerend
- Wederkerig
- Wederkerigheid
- Wederkopen
- Wederkrijgen
- Wederkus
- Wederliefde
- Wederomstuit
- Wederontmoeting
- Wederopbouw
- Wederopbouwdienst
- Wederopbouwplan
- Wederoplui king
- Wederoprichting
- Wederopstanding
- Wederopvatting
- Wederopzeggens
- Wederopzegging
- Wederpartij
- Wederpartijder
- Wederrechtelijk
- Wederrechtelijkheid
- Wederroepelijk
- Wederspraak
- Wederstand
- Wederstrevig
- Wederstreving
- Wedertij
- Wedervergelden
- Wedervergelding
- Wederverhuring
- Wederverkopen