Definities van Groot woordenboek der Nederlandse taal in de Ensie W
- Wortelhoofd
- Wortelhout
- Wortelig
- Worteling
- Wortelings
- Wortelkiem
- Wortelklimmer
- Wortelklinker
- Wortelkluit
- Wortelknol
- Wortelknolletje
- Wortelkoten
- Wortelkruid
- Wortelkwast
- Wortelland
- Wortellettergreep
- Wortelloof
- Wortelloos
- Wortelluis
- Wortelmand
- Wortelmes
- Wortelmutsje
- Wortelnet
- Wortelopslag
- Wortelpartij
- Wortelpotigen
- Wortelrot
- Wortelrozet
- Wortelrups
- Wortelsap
- Wortelschede
- Wortelscheut
- Wortelschietend
- Wortelschieting
- Wortelschrapen
- Wortelspruit
- Wortelstandig
- Wortelstelsel
- Wortelstok
- Wortelstronk
- Wortelstuk
- Worteltafel
- Worteltang
- Wortelteken
- Worteltje
- Worteltrekken
- Worteltrekking
- Wortelvariatie
- Wortelverf
- Wortelvezel
- Wortelvezeltje
- Wortelvlieg
- Wortelvorm
- Wortelvormig
- Wortelvorming
- Wortelvuur
- Wortelwoord
- Wortelzaad
- Wortelziekte
- Wortelzwam
- Woud
- Woudanemoon
- Woudbeek
- Woudbes
- Woudbeuk
- Woudbewo
- Woudbezie
- Woudbij
- Woudbloem
- Woudbroeder
- Wouddistel
- Woudduif
- Woudeik
- Woudezel
- Woudforel
- Woudgebergte
- Woudgebied
- Woudgod
- Woudhagedis
- Woudhoen
- Woudhopje
- Woudkers
- Woudkever
- Woudkoe
- Woudkruid
- Woudlandschap
- Woudleven
- Woudloper
- Woudmier
- Woudmos
- Woudmuziek
- Woudnarcis
- Woudnimf
- Woudraaf
- Woudrat
- Woudreus
- Woudsalie
- Woudslang
- Woudsnip
- Woudsteden