Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Wederkerig

betekenis & definitie

bn. bw., heen en weder gaande tussen twee personen ; van weerskanten uitgaande, resp. komende, onderling, wederzijds: elkander wederkerig beminnen, haten ; wederkerige vriendschap ; wederkerige hulp verlenen ; — (rechtst.) wederkerige overeenkomst, tweezijdig, welke voor beide partijen verbintenissen schept; — (taalk.) wederkerig voornaamwoord, het vnw. elkander, elkaar; wederkerige werkwoorden, die gebruikt worden in verb. met het wederkerig vnw., zoals ,,elkaar aanzien”, „elkaar gelukwensen” (gewoonlijk dus onderscheiden van de wederkerende ww., zie boven).