Definities van Groot woordenboek der Nederlandse taal in de Ensie V
- Vache-leder
- Vacherin
- Vacht
- Vachtewisser
- Vachtje
- Vachtluis
- Vacuole
- Vacuum
- Vacuumapparaat
- Vacuumbehandeling
- Vacuumbliksemafleider
- Vacuumbuis
- Vacuumdistillatie
- Vacuumdroogoven
- Vacuumfles
- Vacuumglas
- Vacuumketel
- Vacuumkraan
- Vacuumlamp
- Vacuummeter
- Vacuumpan
- Vacuumpomp
- Vacuumrem
- Vacuumtank
- Vacuumtechniek
- Vacuumteer
- Vacuumtoestel
- Vacuumvat
- Vadde
- Vadderik
- Vaddig
- Vaddigheid
- Vade
- Vadem
- Vademecum
- Vademen
- Vademhout
- Vademing
- Vadempje
- Vader
- Vader-abt
- Vader-overste
- Vaderaard
- Vaderachtig
- Vaderdier
- Vaderen
- Vadererf
- Vadergek
- Vadergekje
- Vadergrond
- Vaderhand
- Vaderhart
- Vaderhuis
- Vaderinstinct
- Vaderland
- Vaderlander
- Vaderlandlievend
- Vaderlandloze
- Vaderlandminnend
- Vaderlands
- Vaderlandse
- Vaderlandsgezind
- Vaderlandsgezindheid
- Vaderlandsliefde
- Vaderlandslievend
- Vaderlief
- Vaderlief (slaapmuts)
- Vaderliefde
- Vaderliefje
- Vaderlijk
- Vaderlijkheid
- Vaderloos
- Vaderloosheid
- Vadermin
- Vadermoord
- Vadermoordenaar
- Vadermoordenares
- Vadermoorder
- Vadermoorders
- Vadernaam
- Vaderons
- Vaderoog
- Vaderpaard
- Vaderplicht
- Vaderrecht
- Vaderrechtelijk
- Vaderschap
- Vaderschapsproces
- Vaderskant
- Vaderskind
- Vadersnaam
- Vaderstad
- Vaderszijde
- Vadertje
- Vadertrots
- Vadervoogd
- Vadervreugde
- Vaderweelde
- Vaderzegen
- Vaderzorg