Definities van Groot woordenboek der Nederlandse taal in de Ensie V
- Vadoek
- Vadsig
- Vadsigaard
- Vadsigheid
- Vae
- Vagant
- Vagantendom
- Vagantenleven
- Vagantenlied
- Vagantenliteratuur
- Vagantenpoëzie
- Vagantenwezen
- Vagantisch
- Vagantisme
- Vagebond
- Vagebondage
- Vagebonderen
- Vageland
- Vagelijk
- Vagelingen
- Vagen
- Vagen (braak liggen)
- Vager
- Vagevuur
- Vagina
- Vaginaal
- Vaginisme
- Vaginitis
- Vaginoscopie
- Vair
- Vak
- Vakaangelegenheid
- Vakactie
- Vakafdeling
- Vakarbeider
- Vakbekwaamheid
- Vakbelang
- Vakbenodigdheden
- Vakbeoefening
- Vakbeweging
- Vakbibliothecaris
- Vakbibliotheek
- Vakblad
- Vakboek
- Vakbond
- Vakbonze
- Vakcentrale
- Vakcommandant
- Vakcommissie
- Vakcongres
- Vakcursus
- Vakdiploma
- Vake
- Vakerig
- Vakerigheid
- Vakexamen
- Vakfotograaf
- Vakgebied
- Vakgeheim
- Vakgeleerde
- Vakgenoot
- Vakgenote
- Vakgereedschap
- Vakgroep
- Vakhandtekenen
- Vakhistoricus
- Vakhuis
- Vakinternationale
- Vakje
- Vakkast
- Vakkennis
- Vakkleding
- Vakkring
- Vakkundig
- Vakleerling
- Vakleraar
- Vakliteratuur
- Vakman
- Vakmanschap
- Vakonderricht
- Vakonderwijs
- Vakonderwijzer
- Vakopleiding
- Vakorganisatie
- Vakpers
- Vakschool
- Vakschot
- Vaksecretariaat
- Vaksgewijze
- Vakstudie
- Vaktaal
- Vaktechniek
- Vaktechnisch
- Vaktekenen
- Vaktentoonstelling
- Vakterm
- Vaktheoloog
- Vaktheorie
- Vaktijdschrift
- Vakuitdrukking