Definities van Groot woordenboek der Nederlandse taal in de Ensie I
- Ijslandvaarder
- Ijslepeltje
- Ijsmachine
- Ijsmeeuw
- Ijsmijn
- Ijsmolen
- Ijsmuts
- Ijsnaald
- Ijsnagel
- Ijspeer
- Ijspegel
- Ijsperiode
- Ijsplank
- Ijsplant
- Ijsploeg
- Ijspret
- Ijspudding
- Ijsranonkel
- Ijsregen
- Ijsschaaf
- Ijsschol
- Ijsschots
- Ijsschuitje
- Ijsspits
- Ijsspoor
- Ijssport
- Ijsstoel
- Ijsstuk
- Ijstang
- Ijstap
- Ijstijd
- Ijstijdmens
- Ijstoestel
- Ijsvacantie
- Ijsveld
- Ijsvermaak
- Ijsvink
- Ijsvlakte
- Ijsvloer
- Ijsvogel
- Ijsvorming
- Ijsvos
- Ijsvrij
- Ijswafel
- Ijswater
- Ijswerpen
- Ijswinter
- Ijswol
- Ijszaag
- Ijszak
- Ijszee
- Ijszeilen
- Ijveboom
- Ijver
- Ijveraar
- Ijveren
- Ijverig
- Ijverzucht
- Ijverzuchtig
- Ijzebijter
- Ijzegrim
- Ijzel
- Ijzelen
- Ijzeling
- Ijzen
- Ijzen, griezelen
- Ijzer
- Ijzeraarde
- Ijzerachtig
- Ijzerader
- Ijzerappel
- Ijzerarm
- Ijzerbacteriën
- Ijzerbalk
- Ijzerbeslag
- Ijzerbies
- Ijzerbijter
- Ijzerblende
- Ijzerblik
- Ijzerboom
- Ijzerborstel
- Ijzerbromide
- Ijzerbron
- Ijzercement
- Ijzerchloride
- Ijzerconstructie
- Ijzerdeel(tje)
- Ijzerdraad
- Ijzeren
- Ijzeren weg
- Ijzererts
- Ijzerfabriek
- Ijzergaas
- Ijzergaren
- Ijzergieter
- Ijzergieterij
- Ijzerglans
- Ijzergrauw
- Ijzergroeve
- Ijzerhagel