Definities van Groot woordenboek der Nederlandse taal in de Ensie H
- Heldentijd
- Heldentijdvak
- Heldenverering
- Heldenzang
- Heldenzanger
- Helder
- Helderen
- Helderheid
- Heldering
- Heldertjes
- Helderziend
- Helderziende
- Helderziendheid
- Heldhaftig
- Heldhaftigheid
- Heldin
- Heleboel
- Helegaar
- Helegans
- Helegods
- Helemaal
- Helen
- Helen, beteren
- Helena
- Helenus
- Heler
- Helft
- Helgoed
- Helhaak
- Helhond
- Heliaden
- Helicon
- Helicoptère
- Heling
- Heling, genezing
- Heliocentrisch
- Heliochromie
- Heliodorus
- Heliograaf
- Heliograferen
- Heliografie
- Heliogram
- Heliogravure
- Heliometer
- Helioqabalus
- Helioscoop
- Heliostaat
- Heliotherapie
- Heliotroop
- Heliotropisch
- Heliotropisme
- Heliotypie
- Helium
- Heliumatoom
- Heliumkern
- Helius
- Hellas
- Helle
- Hellebaard
- Hellebaardier
- Hellebot
- Hellebrok
- Helledonker
- Helleen
- Helleens
- Hellekind
- Hellen
- Hellenisme
- Hellenist
- Hellenistisch
- Hellepijn
- Hellepoel
- Heller
- Helleschipper
- Hellespont
- Hellestraf
- Helletorst
- Helletuur
- Hellevaart
- Helleveeg
- Hellewagen
- Hellewicht
- Helling
- Hellingbaas
- Hellingbouw
- Hellingen
- Hellinglijn
- Hellingmeter
- Hellingshoek
- Helm
- Helm, galm
- Helm, helmstok
- Helm, plant
- Helmbeplanting
- Helmbindsel
- Helmbloem
- Helmbos
- Helmdak
- Helmdek
- Helmdraad
