Definities van Groot woordenboek der Nederlandse taal in de Ensie D
- Duivenei
- Duivengat
- Duivenhals
- Duivenhalsmondstuk
- Duivenhok
- Duivenhouder
- Duivenkervel
- Duivenkijker
- Duivenkot
- Duivenkruid
- Duivenkweek
- Duivenlat
- Duivenmand
- Duivenmarkt
- Duivenmelk
- Duivenmelker
- Duivenmest
- Duivennest
- Duivenoog
- Duivenpan
- Duivenplat
- Duivenpost
- Duivenras
- Duivenslag
- Duiventil
- Duivenvangst
- Duivenvlucht
- Duivenvoer
- Duivepoot
- Duiver
- Duivevoet
- Duivin
- Duizel
- Duizelen
- Duizelend
- Duizelig
- Duizeligheid
- Duizeling
- Duizelingwekkend
- Duizelingwerend
- Duizelkruid
- Duizend
- Duizend-en-één-nacht
- Duizendbeen
- Duizendblad
- Duizenderhande
- Duizendgraan
- Duizendguldenkruid
- Duizendjarig
- Duizendje
- Duizendknoop
- Duizendkoppig
- Duizendkoren
- Duizendkorrelgewicht
- Duizendkruid
- Duizendkunstenaar
- Duizendmaal
- Duizendpoot
- Duizendschoon
- Duizendste
- Duizendstemmig
- Duizendtal
- Duizendvoet
- Duizendvoud
- Duizendvoudig
- Duizendwerf
- Dukaat
- Dukatengoud
- Dukatenkakkertje
- Dukaton
- Dukdalf
- Dukkels
- Dul
- Dulce bellum inexpertis
- Dulce est desipere in loco
- Dulce et decorum est pro patria mori
- Dulces reminiscitur argos
- Dulcia non meruit, qui non gustavit amara
- Dulcinea
- Dulcis inexpertis cultura potentis amici
- Duldbaar
- Duldel00s
- Duldelijk
- Duldeloosheid
- Dulden
- Dulder
- Duldet muthig, millionen ! duldet für die bessre welt !
- Dulding
- Duldzaam
- Dulia
- Dullen
- Dum colosseum stabit, roma stabit; dum roma stabit, mundus stabit
- Dum excusare credis (of velis), accusas
- Dum fortuna manet, vultum servatis amici, cum cedit, turpi vertitis ora fuga
- Dum modo risum / excutiat sibi, non hic cui quam parcet amico
- Dum moliuntur, dum comuntur, annus est
- Dum roma délibérât, saguntum périt
- Dum spiro, spero
- Dum vires annique sinunt, tolerate labores ; / jam veniet tacito curva senecta pede
- Dum vitant stulti vitia, in contraria currunt