Definities van Groot woordenboek der Nederlandse taal in de Ensie B
- Braakscheef
- Braaksel
- Braakwekkend
- Braakwijn
- Braakwijnsteen
- Braakwortel
- Braam
- Braambes
- Braambos
- Braamdruk
- Braampje
- Braamraat
- Braamrank
- Braamsluiper
- Braamstruik
- Braamvis
- Braamvlinder
- Brabançonne
- Brabander
- Brabant
- Brabants
- Brabbelaar
- Brabbelaarster
- Brabbelarij
- Brabbelen
- Brabbeling
- Brabbelkous
- Brabbelstem
- Brabbeltaal
- Bracelet
- Brachy-
- Brachycephaal
- Brachygrafie
- Brachylogie
- Bracteaat
- Bractee
- Brad
- Braden
- Brader
- Braderij
- Braga
- Brageren
- Brahma
- Brahmaan
- Brahmaïsme, brahmanisme
- Brahmapoetra(kip)
- Brahmapriester
- Braille
- Brailledruk
- Braillepapier
- Brailleschrift
- Brain-trust
- Brak
- Braken
- Braker
- Brakheid
- Braking
- Brakkejong
- Brakkekind
- Brakkeman
- Brakken
- Brakkewijf
- Brakkig
- Brakwaterfauna
- Brakwatergebied
- Brakwatergrondel
- Brakwaterhorentje
- Brakwatervorm
- Brallen
- Bram
- Bramahpers
- Bramahslot
- Bramak
- Bramarbas
- Bramboebras
- Bramboebuikgording
- Bramboelijn
- Bramd.alarm
- Bramen
- Bramensap
- Bramensaus
- Bramenzoeker
- Bramezelshoofd
- Bramgeitouw
- Bramgoed
- Bramhijser
- Bramhommer
- Bramlijzeil
- Brammen
- Bramra
- Bramreep
- Bramschoot
- Bramstag
- Bramstaglopers
- Bramsteng
- Bramval
- Bramwant
- Bramzaling
- Bramzeil
- Bramzeilkoelte
