Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Dos

betekenis & definitie

m., g. mv., kleding, vooral met gedachte aan het effect; gewoonlijk voor fraaie kleding, plechtgewaad : in rijke, feestelijke, plechtige dos (vgl. bruilofts-, feestdos, uitdossen);ook wel in toepassing op de vacht of de veren van dieren; — (fig.) natuur heeft haar dos afgelegd, haar zomerkleed (vgl. lente-, najaarsdos).

< >