Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Dienstbaar

betekenis & definitie

bn.,

1. dienende, in een ondergeschikte betrekking geplaatst, meest zelfst. een dienstbare, een dienstbode ; — een dienstbare geest, een bediende ; — de dienstbare stand, —de stand der bedienden ; (fig.) een volk dienstbaar maken, onderwerpen, onder het juk brengen;
2. werkzaam in het belang, ten nutte of ter wille van: de omstandigheden dienstbaar maken aan zijn plannen, er tot uitvoering zijner plannen gebruik van maken ; (rechtst.) bij een erfdienstbaarheid is het lijdend erf dienstbaar aan het heersend erf, ten gebruike en ten nutte daarvan belast.