Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Coma

betekenis & definitie

I. (Gr.), o.,

1. bewusteloosheid, inz. die door hersenaandoeningen of door vergiften veroorzaakt wordt;
2. slaapziekte.

II. (Gr.), v.,

1. nevelmassa die de kern v. e. komeet, aan alle zijden omgeeft;
2. afbeeldingsfout veroorzaakt door het niet evenwijdig met de optische as invallen van lichtbundels.

< >