Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Camera

betekenis & definitie

(Lat.), v. (-’s), eig.: kamer; — camera lucida, optisch werktuig gebruikt bij het landschaptekenen, tekenprisma; —camera obscura, een gesloten vertrek of kastje waarin de lichtstralen slechts door één kleine opening (al of niet met lens) naar binnen vallen en daardoor op een der wanden een beeld van ver de buiten gelegen voorwerpen vormen; vand. bij verkorting voor fototoestel.