Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Cacus

betekenis & definitie

zoon van Vulcanus, een vuurspuwende reus die in een hol van de Aventi'nus woont, door Hercules gedood toen deze met de runderen van Ge'ryon door Spanje over de Pyreneeën en de Alpen naar Italië kwam, omdat Cacus de schoonste runderen stal (Ovid., Fast. 1,543 vg.).