m. (-s),
1. lichte plek aan een bewolkte hemel; even optrekken van de nevel;
2. hoge, kale duintop;
3. (gew.) gebakken en verglaasde knikker;
4. kunstaas om snoek te vangen, snoeklepeltje;
5. (Zuidn.) snoever, ophakker;
6. (gew.) stuk papier waarop zware inktlijnen getrokken zijn en dat onder het papier gelegd wordt waarop men schrijven wil, opdat de inktlijnen er doorheen schijnen.