Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Besprenkelen

betekenis & definitie

(besprenkelde, heeft besprenkeld), (gew. en Zuidn. ook BESPRINKELEN), druppels strooien over, een weinig bevochtigen: men besprenkelde zijn voorhoofd met water en azijn; de grond besprenkelen; strijkgoed besprenkelen, bevochtigen vóór het strijken; — (boekb.) jasperen.

< >