bn. (-er, -st),
1. benauwd, benard, beklemd; niet vrijmoedig; met een benepen hart, zeer kleinmoedig; met een benepen stemmetje, verlegen, niet helder; een benepen gezicht zetten, van angst weggetrokken;
2. eng, bekrompen.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: