benepen
benepen - Bijvoeglijk naamwoord 1. benauwd, angstig 2. bekrompen Synoniemen [2] enghartig, kleingeestig
Wiktionary (2019)
benepen - Bijvoeglijk naamwoord 1. benauwd, angstig 2. bekrompen Synoniemen [2] enghartig, kleingeestig
Muiswerk Educatief (2017)
benepen - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: be-ne-pen 1. waar je aan kunt merken dat iemand bang is ♢ met een benepen stem vroeg ze wat ik wilde 2. met weinig ruimte voor mensen die anders denken ...
Dr. E. Schröder (1980)
Onder benepen verstaat men: benauwd, niet vrijmoedig, eng, nauw, kleinzielig. Men spreekt van een benepen gezicht, een benepen stemmetje, een benepen opvatting. Eigenlijk is benepen het voltooide deelwoord van een in onbruik geraakt werkwoord benijpen, samenstelling van nijpen. Naast nijpen (nijpende kou, nijptang) staat knijpen, zoals knikken naas...
Van Dale Uitgevers (1950)
bn. (-er, -st), 1. benauwd, benard, beklemd; niet vrijmoedig; met een benepen hart, zeer kleinmoedig; met een benepen stemmetje, verlegen, niet helder; een benepen gezicht zetten, van angst weggetrokken; 2. eng, bekrompen.
M. J. Koenen's (1937)
bn. (1 beklemd, benauwd; 2 kleinzielig): 1. met een benepen hart, stemmetje; een benepen gezicht zetten; 2. mensen, benepen van ziel; gierigaards en benepen harten.
Jozef Verschueren (1930)
(be'ne:pən) bn. en bw. (-er, -st) 1. Dicht. eng, smal : geen bergpas, hoe -... 2. benauwd : met een hart; een gezicht zetten. 3. kleinzielig : mensen. 4. verlegen : met een stemmetje.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
bn. (-er, -st), 1. benauwd, benard, beklemd; niet vrijmoedig; meteen stemmetje, verlegen, niet helder; een benepen gezicht zetten, van angst weggetrokken; er benepen uitzien, bleek, minnetjes; 2. eng, bekrompen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: