v. (-n),
1. gebed tot God; (gew. in Zuidn.) het gebed van het Angelus ;
2. smekend, dringend verzoek : bede om hulp ; op zijn bede ; — zijn bede werd niet verhoord ;
3. (Zuidn.) te beê zitten, op straat zitten om te bedelen ;
4. (rechtst.) iets bezitten ter bede. tot wederopzeggens toe ; of bloot als houder voor een ander onder zich hebben ;
5. (hist.) aanvraag van de landsheer tot het opbrengen ener geldsom, oudtijds zoveel als belasting.
