v. (...duiven), de duif die door Noach werd uitgelaten en met een olijfblad terugkeerde, ten teken dat de aarde weer droog werd ; (fig.) bode van vrede en geluk.
ARKEL, m. (-s), (bouwk.) vier- of veelhoekig uitstek van een gebouw, somtijds halfrond, meestal beginnende boven de grondverdieping en dan rustende op een kraagsteen ; thans mee3t erker genoemd.