Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Amplitudo

betekenis & definitie

(Lat.), AMPLITUDE, v. (-’s, resp. -n),

1. (nat.) grootte van de hoek die een slinger bij elke slingering beschrijft, slingerwijdte; 2. afstand tussen de uiterste punten van een golfbeweging, loodrecht op de bewegingsrichting ;
3. (sterrenk.) afstand van open ondergangspunt der zon van oost- en westpunt, ook morgen- en avondwijdte genoemd.

< >