Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Afsmeken

betekenis & definitie

(smeekte af, heeft afgesmeekt),

1. (w. g.) door smeken afwenden, dringend, hartstochtelijk of ootmoedig afbidden: een dreigend ongeluk, een gevreesde ramp afsmeken;
2. iets door dringend, hartstochtelijk | of ootmoedig bidden van iemand trachten te verwerven :

iem. een aalmoes, een gift, hulp, bijstand, vergeving afsmeken ; — een arme weduwe die met haar drie jonge j kinderen het brood der barmhartigheid moet afsmeken, afbedelen; hoe menige kranke die vruchteloos de dood ligt af te smeken; — iets van boven af smeken, van de Hemel, van God vurig afbidden: ’s Hemels zegen op het werk afsmeken ;

3. in het verl. deelw., als bn. gebruikt: door af smeken verkregen: afgesmeekte hulp.