Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Adjudant

betekenis & definitie

(<Fr.), m. (-en),

1. benaming voor een officier van de staf, aan vorstelijke personen eershalve toegevoegd of bij een opper- of hoofdofficier geplaatst om deze in dienstzaken bij te staan, inz. om bevelen of berichten over te brengen: adjudant van dienst; — plaatselijk adjudant, officier, de plaatselijke commandant ter zijde gesteld;
2. bij verkorting: adjudant-onderofficier;
3. een ooievaarsachtige vogel, soort van maraboe (Leptoptilue crumenifer of argala).

< >