bn.,
1. (w. g.) aanstaand (week, Zondag) ;
2. opgroeiend, halfvolwassen (knapen en meisjes) ;
3. toekomstig; opgeleid wordende of studerende voor: een aankomend predikant, onderwijzer, bediende.
Gepubliceerd op 01-01-2021
betekenis & definitie
bn.,
1. (w. g.) aanstaand (week, Zondag) ;
2. opgroeiend, halfvolwassen (knapen en meisjes) ;
3. toekomstig; opgeleid wordende of studerende voor: een aankomend predikant, onderwijzer, bediende.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: