Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Aalbessendief

betekenis & definitie

m. (...dieven), (nat. hist.) gewestelijke naam voor de grauwe of grijze vliegenvanger (Muscicapa grisola); ...GELEI, v., ...JAM, v., gelei, jam van (rode) aalbessen; ...JENEVER, v., jenever, op zwarte aalbessen getrokken, rood van kleur, en daarom ook vrelrood genoemd ; ...NAT, o., aalbessensap ; ...RIST, v. (-en), tros aalbessen; ook het rankje of steeltje, van de bessen ontdaan; ...SAP, o., ongegist sap van aalbessen ; ...SAUS, v. (-en), saus met aalbessennat bereid; ...TROS, m. (-sen), aalbessenrist met de daaraan gegroeide bessen; ...VLA, v. (...vlaas); ...WESP, v. (-en), vliesvleugelig schadelijk insect dat zich bij voorkeur verpopt onder de bladeren van de aalbessestruik; ...WIJN, m., gegist sap van rode of witte aalbessen.

< >