Woorden en uitdrukkingen verklaard

Dr. C.H. PH. Meijer (1919)

Gepubliceerd op 03-12-2020

Litteeken

betekenis & definitie

eig. vleesch-teeken, van lijk — lichaam, in welk woord het ook een samenstelling vormt met het woord haam, hulsel; dit van denzelfden stam als hemd — bedeksel, en dial. hemelen — wegbergen, dan = opruimen en opsieren, waarvan ophemelen, welk woord onder invloed kwam van hemel. Nu is lijk = dood lichaam, vroeger niet en zeide men ook: dood lijk, wat men bij ‘t volk nog wel eens hoort.

Lijckteeken vindt men bij Dodonaeus o. a. voor: pokput. Hetzelfde lijk vindt men ook in likdoorn. Litteeken, vroeger lijkteeken werd, waarschijnl. onder invloed van lijk, gelijk, ook gebruikt voor kenteeken in ’t algemeen, b.v. Florianus, Ovid., Herschepp. 224: „Litteeckens ghenoegh dat hy mijn ghebedt verhoort hadde”. Vroeger gebruikte men ook voor litteeken: lijkstede (v. Dans, Thirsis Minnewit 1, 107).