Wat is de betekenis van Litteeken?

2024-04-26
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Litteeken

Weefselnieuwvorming in het lichaam, die verloren gegane weefseldeelen vervangt. Het l. is afhankelijk van vorm, plaats en aard der wonde, van individueele factoren (constitutie) en ten deele van de wijze van behandeling.

2024-04-26
Polulaire Geneeskundige Encyclopaedie

Dr. Ch. Bles (1929)

Litteeken

Cicatrix, het zichtbaar achtergebleven teeken aan de huid van de samengroeiing der randen van een wond. De vorm van het L. hangt veel af van de wijze, waarop de wondgenezing tot stand is gekomen. Heeft hierbij geen ettering plaats gehad, dan is het L. een smalle lijn (lineair L.); heeft de wond echter sterk geëtterd, dan is het L...

2024-04-26
Levende taal verklarend woordenboek

T. Pluim (1921)

Litteeken

staat voor lijk-teeken (Middelned. lijcteecken), d.i. teeken in ’t vleesch. Zie Lichaam.

2024-04-26
Woorden en uitdrukkingen verklaard

Dr. C.H. PH. Meijer (1919)

Litteeken

eig. vleesch-teeken, van lijk — lichaam, in welk woord het ook een samenstelling vormt met het woord haam, hulsel; dit van denzelfden stam als hemd — bedeksel, en dial. hemelen — wegbergen, dan = opruimen en opsieren, waarvan ophemelen, welk woord onder invloed kwam van hemel. Nu is lijk = dood lichaam, vroeger niet en zeide men o...

2024-04-26
Keur van Nederlandsche woordafleidingen

J.Pluim (1911)

Litteeken

uit ’t Mnl. lijcteeken = teeken in ’t vleesch, door een wonde ontstaan. Zie Lijk.

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Litteeken

Litteeken o. (-s, -en), overblijvend teeken eener wond na hare genezing zijn gelaat is vol litteekens; — (plantk.) aanhechtingsplaats der bladeren, na hun af vallen nog merkbaar. LITTEEKENTJE o. (-s).

Gerelateerde zoekopdrachten