Woorden en uitdrukkingen verklaard

Dr. C.H. PH. Meijer (1919)

Gepubliceerd op 03-12-2020

Drossaard

betekenis & definitie

drost; mnl. drossate, hgd. Truchsess; de bet. is eerst hofmeester, dan hofmaarschalk, dan ook opzichter over de beambten, doch ook al vroeg stadhouder en baljuw.

In het tweede deel ligt het ww. zetten, omtrent het eerste is geen zekerheid; dracht kan zijn menigte, krijgsschaar en zou ook kunnen zijn van een ww. dragen en dan het opgedragene beduiden: het zou dus zijn, of iemand die den gasten hun plaats aanwees aan tafel, of iemand die de spijzen opdroeg, deed opdragen.