Wat is de betekenis van zwak?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

zwak

zwak - Bijvoeglijk naamwoord 1. tekortkomend in kracht of vaardigheid 2. taalk. (Germaanse werkwoorden) een verleden tijd vormend met een dentaal achtervoegsel Reizen-reisde-gereisd is een zwak werkwoord, rijzen-rees-gerezen een sterk''. 3. taalk. (Germaanse naamwoo...

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

zwak

zwak - bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig naamwoord 1. zonder veel kracht ♢ ze kan dat niet tillen, ze is nog erg zwak 1. een zwak argument [niet overtuigend] 2. zwak staan...

2024-04-25
Bridge Opzoekboek

drs. Toine van Hoof (2017)

zwak

1. Van een hand: weinig honneurpunten bevattend. 2. Van een (lange) kleur: zonder honneurs of met slechts een enkele honneur. 3. Van een bieding: (relatief) weinig honneurpunten aangevend. Zie ook: naar het zwak toe spelen; sterk

2024-04-25
Woordenlijst leerling en leerkracht

WizWijs (2017)

zwak

Zwak is het laagste niveau waarop een leerling kan scoren op de voortgangstoets. De andere niveaus zijn basisniveau en plusniveau. Als een leerling zwak scoort, krijgt hij of zij herinstructie en gaat daarna verder met oefeningen op hetzelfde niveau als voor de toets.

2024-04-25
Brabants Handwoordenboek

Prof. dr. Jos Swanenberg (2015)

zwak

(bn) lenig BM.

2024-04-25
Financieel Woordenboek

Frits Conijn & R.M. van Poll (2003)

zwak

zwak - Term om de stemming op een beurs mee aan te geven: op een zwakke beurs dalen de koersen geleidelijk.

2024-04-25
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

zwak

Van pers. (en dieren): lenig, flink; - ook m. betr. t. de verstandelijke vermogens: snel reagerend, schrander, vlug, bijdehand; soms bep.: leep, geslepen; vaak in zelfst. gebr.: een wakke, vluggerd, geslepen vos. Groteva was nog heel zwak voor zijn leeftijd; die kon turnoefeningen doen waar wij niet tegen op kunnen, Gehoord te Boom me...

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Zwak

adj. & adv., swak, slop, tear; (ziekelijk), miepsk, meepsk, gammel; — zijn, net folie wêze, tsjin ’e wal oanhingje, byinoar hingje as stopjern, och sa’n bytsje wêze; ergzijn, amper sydwyn(s), mar krekt healwyn gean kinne; -ker worden, minderje, minder wurde; &mdash...

Wil je toegang tot alle 19 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)