Synoniemen zoeken
Synoniem van ziek
Synoniem van 'n ander trefwoord

Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
Ziek
Ziek - zeg je van mensen, dieren en planten: niet gezond. Krank is een archaïstisch synoniem. Bij doodziek is er sprake van levensgevaar. Ziekjes zeg je van of tegen kinderen die een beetje ziek zijn. Mensen-in-het-algemeen zijn in de lappenmand (informeel): enigszins ziek. Erger is het gesteld met iemand die zo ziek is als een hond. Mensen die door hun ziekte het bed moeten houden, heten bedlegerig. Melaats of lepreus is iemand die aan lepra lijdt.
Zie: onwel.

Synoniemen Handboek
Jef Anthierens (1998)

Synoniemen Handboek Spreekwoorden
Gedigitaliseerd Ensie (1998)
Ziek
Spreekwoord(en):
• de ziekte komt te paard en gaat te

Handwoordenboek synoniemen
J.V. Hendriks (1898)
Ziek
Wanneer iemand niet gezond is, zal men hem alleen wanneer deze toestand van blijvenden aard is ongezond noemen. In dit geval is er nog geen bepaald lijden op den voorgrond getreden. Geschiedt dit, dan is ziek hiervoor de algemeene en tevens de sterkste uitdrukking. Ook van afzonderlijke deelen van het lichaam en van dieren en planten wordt het gezegd. Krank duidt hetzelfde aan maar is deftiger en wordt daardoor meer in figuurlijken zin gebezigd. Onwel en ongesteld geven een lichteren graad van ziek zijn aan. Onwel ziet meer op het onaangename gevoel, ongesteld op den toestand. Ongezond en zieke¬lijk drukken bijna hetzelfde uit, doch ziekelijk is sterker. Een ongezonde toestand en een ziekelijke toestand der maatschappij. Voor hij ziek werd voelde hij zich reeds eenige dagen onwel. Dewijl hij door en door ongezond is, moet hij telken jare naar de baden, hij is echter nooit bepaald ziek.Maar zelden behoefde hij om ongesteldheid de lessen te verzuimen. Die dame werd op het concert onwel.

Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
ziek
ziek - bijvoeglijk naamwoord
1. je naar voelen omdat er iets met je lichaam niet in orde is
♢ hij ligt in bed, hij is ziek
1. zo ziek als een hond
[erg ziek]
2. ik word er ziek van
[ik heb er schoon genoeg van]
3. je ziek lachen
[heel erg lachen]
4. altijd ziek of onderweg zijn
[altijd iets mankeren]
2. misselijk makend
♢ wat een zieke sfeer heerste daar!
Bijvoeglijk naamwoord: ziek
... is zieker dan ...
het ziekst
de/het zieke ...
iets zieks
Synoniemen
beroerd
Tegenstellingen
gezond, goed