Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

Liplap

betekenis & definitie

(destijds in Ned.-lndië) denigrerend voor een indovrouw of -meisje; kleurling(e): een kind van een blanke vader en een inlandse moeder of omgekeerd. Het is Maleis en betekent ‘verschillend gekleurde laagjes op elkaar’.

Emas liplap betekent ‘imitatiegoud’. Liplap is ook een meer algemeen scheldwoord (zie citaat Querido).Veth schrijft: ‘Liplap schijnt mij een komisch, willekeurig gevormd woord te zijn, op de wijze van mikmak en dergelijke, een spotwoord dat, eenigszins geluid nabootsend, op de hoogst gebrekkige en belachelijke taal dezer klasse van kleurlingen wijst.’ Bovendien - en hieraan heeft de regering veel schuld is de liplap dikwijls slecht onderwezen. (Multatuli, Max Havelaar, of de koffieveilingen der Nederlandsche HandelMaatschappij, 1860)

Kon hij nou huilen? Verdomd! Zoo’n plechtige chinees... nee, dat was ’n mirakel. Zoo’n oud-bevlekt banier als hij! wat ’n liplap komkom! dat móest remmen. (Israël Querido, De Jordaan, 1912-1925)

En zooals men in het Amsterdamsche ghetto, wanneer er ‘matschudding’ in de buurt is, de kinderen Israëls elkaar hoort schelden voor smous, leip, parg, zoo kan men, als er ‘mikmak’ is in de Indo-wijk Krembangan te Soerabaja of in Kemajoran te Batavia, de Indo’s elkaar hooren bombardeeren met het geheele scheldwoorden-vocabulaire, dat in den loop der eeuwen door pigmentvreters is uitgevonden: katjang, lip-lap, blauwe, klipsteen, kakkerlak enz. (De Groene Amsterdammer, 07/01/1922)