1. moetje nog -s,heb je daarvan terug; dat was een rake opmerking. Informeel. Variant lust je nog peultjes.
Vooral de zwendelaars waar de eerlijke handel zo van te lijden heeft - zullen afstraffer op afstraffer krijgen van Broekhorst & Co. Moetje nog peultjes? (Willem van Iependaal: Lord Zeepsop, 1937) Lust je nog peultjes, godverdomme. (René Stoute: Bunkers bouwen, 1986)
De liefde? De liefde ruikt ineens naar inlegkruizen en knoflooktenen. Moet u nog peulen? (Gerrit Komrij: Met het bloed dat drukinkt heet, 1991)
2. -s zweten,erg bang zijn. Informele uitdr.
Syn. peentjes zweten.
Met een mannenlijf was ik wel vertrouwd. Maar bij die vrouw wist ik niet wat ik moest doen. Ik heb peultjes gezweet. (Nieuwe Revu, 21/03/91)
