Gepubliceerd op 21-06-2017

Luikes

betekenis & definitie

zich - houden

zich stil, gedeisd houden. Vooral in de gebiedende wijs: hou je luikes! Bargoense uitdr. die vermoedelijk dateert uit het einde van de 19de eeuw. Van Lennep (1802 - 1868) schreef al: ‘Ik zal mij wel luikes houden.’ Is er een verband te zoeken met de naam Lucasof gaat het hier om de Amsterdamse uitspraak van leuk(in de 19de eeuw met de bet. ‘lakoniek, onopvallend’)? Een andere mogelijkheid is een afleiding van luikenin de bet. ‘sluiten’. De uitdr. komt ook voor bij W. Draaijer: Woordenboekjevan het Deventersch dialect(1936). De uitspraak wil nogal eens variëren. In noordoostelijk Nederland houden ze zich luiken,op de Veluwe is het lèfkes,terwijl men in Twente luuks/loekszegt. Vgl. ook zich sjakies houden.

’t mansvolk houdt derlui bij zoo iets altijd liever luikes... (Justus van Maurik: Toen ik nog jong was, 1901)

luikes = Bargoens voor: stilletjes, in het geniep, stiekem. (Fokko Bos: De vreemde woorden, 1955)

< >