Gepubliceerd op 21-06-2017

Kort

betekenis & definitie

1. niette-, geweldig, fantastisch. Vnl. jeugdtaal. Bij de film ‘Torn Curtain’ van Alfred Hitchcock heeft de Nederlandse vertaler deze uitdr. gebruikt als weergave van de Amerikaanse slangkreet hot dog. Varianten zijn niet gering (vanaf jaren zeventig) en niet te weinig. Vgl. ook lekker kort.

Goeie timing, Raam! Niette kort! Wat kom je doen? (Joost Zwagerman: Gimmick, 1989)

Wist jij trouwens datje van een griepinjectie kaal kan worden? Niet te kort! (Nieuwe Revu, 05/12/91) Met een paar vrienden had hij die klootzakken fi

naal in elkaar geslagen. ‘Zo hè, en niet te kort, weetje.’ (De Volkskrant, 11/07/92)

Wat ons dezer dagen zoal bezighoudt? Drie brandende kwesties. Het lot van de jongens in Srebeni- ca, om te beginnen. Dan zijn er nog de jongens in de Tour, die steeds opnieuw tegen allerlei bergen op moeten fietsen. En tenslotte worden we van week tot week op de hoogte gehouden met het laatste nieuws rond de jongens van Pamela en Tatjana. Alleen daaraan heeft een heel bataljon journalisten al de handen meer dan vol. Niet te kort, zeg, wat die allemaal los kunnen maken. (Nieuwe Revu, 19/07/95)

2. te -door de bocht, zie bocht.