Wat is de betekenis van kort?

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

kort

kort - Bijvoeglijk naamwoord 1. van geringe duur een korte film 2. van geringe lengte een korte strippenkaart kort - Werkwoord 1. enkelvoud tegenwoordige tijd van korten 2. gebiedenwijs van korten Uitdrukkingen en gezegden ...

2024-04-19
Jargon & Slang van Wielrenners

Marc De Coster (2017)

Kort

Kort - 'kort rijden', 'een korte prijs rijden': bij de eersten van de wedstrijd eindigen. Ook: 'op een korte stek rijden', 'kort eindigen'. 'Te kort komen (in de sprint)': het niet kunnen inhalen van een snellere tegenstander.

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

kort

kort - bijwoord 1. wat niet genoeg is ♢ ik heb te kort geld in mijn portemonnee 1. te kort schieten [niet zoveel doen als nodig is] 2. hem te kort doen ...

2024-04-19
Bridge Opzoekboek

drs. Toine van Hoof (2017)

kort

troefkort

2024-04-19
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

kort

- korte drank, sterkedrank. Noodmaatregelen zoals een plotse daling van de accijnzen op korte drank - een concurrent van bier - zijn storend. - DM, 04-01-2002. - het kort trekken, het kort maken, zich haasten. - ik zal kort zijn, om kort te zijn, om kort te gaan, kortom.

2024-04-19
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Kort

1. niette-, geweldig, fantastisch. Vnl. jeugdtaal. Bij de film ‘Torn Curtain’ van Alfred Hitchcock heeft de Nederlandse vertaler deze uitdr. gebruikt als weergave van de Amerikaanse slangkreet hot dog. Varianten zijn niet gering (vanaf jaren zeventig) en niet te weinig. Vgl. ook lekker kort. Goeie timing, Raam! Niette kort! Wat kom je doen? (Joost...

2024-04-19
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

kort

1. In versch. verb. die in de standaardt. niet voorkomen: kort nat, korte drank e.d. (ook kortnat, kortedrank), sterkedrank, inz. jenever; - te kort komen aan iets, te kort schieten in (zijn plicht e.d.); ook: (een belofte e.d.) niet houden, niet nakomen; - te kort komen tegen iem., het tegen iem. niet kunnen halen, voor...

2024-04-19
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

kort

: iets korts, sterk alcoholische drank die uit een klein glaasje gedronken wordt, borjrel. Ik heb geen dorst, geef mij maar iets korts. -Etym.: Vgl. E ‘a short drink’ = id. - Zie ook: jets langs; half achtste , shot (1), snap(je) , sapi (2), zoopje. -: zie korte bezem.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

kort

nie lank nie; wat nie lank duur nie; gekort, korter maak; ysterwielbande stywer maak; minder maak; nodig hê; kort by, baie naby; kort en bondig (kragtig), saaklik en duidelik.