1. de- in het hoenderhok gooien, slanguitdr. voor ‘copuleren’. In het slang van wielrenners bet. het echter ook ‘aanvallen, demarreren’. Gehoord in de jaren tachtig.
2. zijn - uitwringen, vulgair studentenslang voor ‘urineren’.
koe: de - kalft, je hemd hangt eruit; syn. je vlagt! Clichégezegde.