1. aan de -ne zijn,diarree hebben; overmatige en dunne ontlasting. Deze uitdr. komt al voor bij Harrebomée. Vgl. Duitse volkstaal die Dunne.Vgl. ook snelle Katrien.In medisch slang wordt diarree aangeduid als dunne def.
Bob gaat galant een kopje thee voor haar inschenken. Zonder suiker, want ze heeft nog steeds de dunne. (Jan Wolkers: De kus, 1977)
Hoewel er collega’s bij waren die onder andere voetproblemen hadden - er was er zelfs één die doodziek genoemd kon worden. Hij was namelijk ‘aan de dunne’ - wilde niemand onze commandant teleurstellen en dus deelden wij mee dat wij ons in een prima fysieke toestand konden verheugen. (Frans Kwantes en Fred Hollinga: Géén paniek. Het hart in het blauwe pak, 1983)
2. - door de broek lopen,zwaar tegenvallen; lelijk opbreken; verkeerd uitpakken. Wellicht moet hierbij gedacht worden aan de drang tot ontlasting bij grote angst, of aan eten dat diarree ten gevolge heeft. Deze informele uitdr. is al erg oud en komt reeds voor bij Harrebomée: het loopt dun door de broek.Ze komt eveneens voor bij M.J. Brusse: Boefje(1905). Gelijkaardige zegswijzen zijn 3 en Zaans dat zal je dun door je lijf lopen.
Dat zal je dun door je broek lopen, Oompje, merkte Adriaan luchtig op. (Leonhard Huizinga: Adri- aan met Olivier natuurlijk, 1977)
Het zal, als ik het eens een keer veterinair mag zeggen, Braks op dit moment wel dun door de broek lopen. (Vrij Nederland, 23/06/90)
3. - door de darm lopen,zelfde als 2. Slanguitdr. Vgl. Duits esgeht ihm dünn durch den Darm.