Gepubliceerd op 21-06-2017

Douw

betekenis & definitie

Bargoense uitdr. (die ook in politie-, krijgsmacht- en rechtbankkringen gebruike-lijk is) voor ‘een gevangenisstraf: een douw krijgen.In het Bargoens bet. douwoorspr. ‘dag1 ('Woordenschat). Ook in de vorm gedouwd worden. Volgens Van Ginneken werd douwin de periode 1913 -1914 gebruikt bij de infanterie. Vooruit! as je je eigen aanmeldt, wor je veel minder zwaar gedouwd! (A.M. de Jong: Frank van We-zels roemruchte jaren, 1928)

Douwen zullen er vallen! Verdomd nog toe...!(Piet Bakker: Cis de Man, 1947)

Er werd over gepraat. Als jij niet naar Brabant was gegaan, had de politie er aan te pas moeten komen. En dan had je vader een behoorlijke douw gekregen. (Boudewijn Büch: Het dolhuis, 1987)

Maar aangezien die jongen in India een ongelofelijke douw krijgt - en misschien zelfs de doodstraf - hebben we afgezien van deze actie. (Vrij Nederland, 21/04/90)

Ze zijn opgepakt, hebben hier in de cel gezeten en zijn toen uitgeleverd aan Engeland. En daar krijgen ze een hele flinke douw hoor, geloof me maar. (Nieuwe Revu, 19/12/91)

< >