Gepubliceerd op 21-06-2017

Zwaar

betekenis & definitie

1. een zware/lelijke pijp roken, gezegd wanneer iets iemand zuur zal opbreken, wanneer hij iets onaangenaams zal ondervinden. De uitdr. is al vrij oud (o.a. terug te vinden bij Stoett). Een zware pijp roken is homoslang voor ‘fellatio beoefenen op een groot lid’.

Als we in triomf de Gordel van Smaragd hadden bevrijd van een inktzwarte vijand. Dan zouden wij, als ‘de’ Nederlanders, een mooie, vastgelegde geschiedenis hebben gehad en zou Graa Boomsma een zware pijp hebben moeten roken. (Vrij Nederland, 18/06/94)

2. -gaan, zie groot/zwaar gaan.