Gepubliceerd op 21-06-2017

Dip(je): in een - zitten

betekenis & definitie

een inzinking meemaken; een depressie doorgaan. Deze modieuze uitdr. is vooral courant onder jongeren. Let op het al dan niet gebruiken van de verkleinvorm. Dit bepaalt nl. de grootte van de inzinking. Men kan ook uiteen dip komen/geraken. Het woord dip komt uit het Engels, waar het meerdere bet. heeft, o.a. ‘kuil, dal, inzinking’. Vgl. de gelijkaardige uitdr. in een (diep) dalzitten.

Ze verschijnt maar zelden voor tien uur op het departement, in de middaguren verkeert ze, aldus een in NRC Handelsblad geciteerde informant, wel eens in een ‘geweldige dip’. (HP/De Tijd, 24/04/92)

In ’84/’85 zat je mentaal behoorlijk in een dip.

Veel drank, veel drugs. (Nieuwe Revu, 16/01/92) Wanneer je mensen die in een dip zitten naar Nederland terug laat gaan, wordt het verwerken van trauma’s moeilijker. (Elsevier, 16/01/93)

Ik zat laatst in een geestelijke dip en ben toen eens lekker aan de goeie jenever gegaan. (HP/De Tijd, 23/07/93)

Een film om met vriend of man heen te gaan als je relatie in een dipje zit. (VIVA, 21/02/94)

Hij kwam net van de Filmacademie, zat een beetje in een dip, maar schrijft graag en goed. (Vrij Nederland, 17/09/94)

< >