Gepubliceerd op 21-06-2017

Bink

betekenis & definitie

de - uithangen

de stoere kerel spelen. Binkkomt uit het Bargoens, waar het vooral een ongunstige bet. had (in het prostitutiemilieu bet. het ‘klant’). Volgens Moormann werd het aan de zigeunertaal ontleend. In de jeugdtaal van de jaren zestig kreeg het woord een meer positieve connotatie en werd het vaak waarderend gebruikt: een fijne bink.Tegenwoordig heeft het weer een eerder pejoratieve klank: iemand die op grond van zijn uiterlijk indruk maakt. In het Rotwelsch heeft binkmeerdere bet., o.a. die van ‘mannelijk geslachtsdeel’. Het woord binkdateert echter al uit de 16de eeuw. We vinden het bijv. terug bij Kiliaan (1599) in de zin van ‘een persoon’: binck; binghelwordt omschreven als ‘Rusticus’, d.i. ‘boerenkinkel, boer’.

Maar ik wil niet echt de afmaker binnen de groep zijn. Een tijdje geleden was dat wel zo. Dat was in de periode dat ik films ging maken en echt de bink wou uithangen. (Oor, 28/01/95)