Gepubliceerd op 21-06-2017

Bezemwagen

betekenis & definitie

in de - zitten

bij de uitvallers behoren; tot de groep ontslagenen behoren; een laatste kans krijgen om iets te doen, bijv. bij een examen. De bezemwagenis in feite de volgauto voor uitvallers, aanvankelijk tijdens de Tour de France, en later ook bij andere wielerrondes. Renners die opgeven, zieken en gekwetsten kunnen erin terecht. Zo kunnen ze mee naar de finish rijden. Een bezemwagenis eigenlijk een soort opruimingsvoertuig met bezems, dat zand en puin van de wegen verwijdert. Toen Henri Desgrange, de stichter van de Tour de France, in 1910 voor het eerst de bezemwageninvoerde, was dat een symbolische daad. Niet alleen deed men dat jaar voor het eerst de Pyreneeën aan - toch wel een zware klus, met beklimmingen van bergtoppen zoals de Aspin, de Aubisque en de Tourmalet - ook moest zo’n bezemwagenop symbolische wijze de weg van de Tour schoonmaken. In het wielermilieu is de bezemwagenondertussen een begrip geworden, maar ook buiten deze kringen wordt de uitdr., in figuurlijke zin dan, aangetroffen. In De Grote Koenen(1986) vinden we hiervan een mooi voorbeeld: wij vormen de bezemwagen; na ons wordt deze opleiding opgeheven.

Een tweede probleem dat De Vries signaleert is dat Nederland veel te sloom is met het uitvoeren van de Europese richtlijnen. ‘Wat dat betreft zitten we in de bezemwagen. De termijn is vaak al lang verstreken voordat wij onze wetgeving in overeenstemming brengen met de afspraken die op Europees niveau zijn gemaakt.’ (Elsevier, 20/07/91)