Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 19-01-2019

Zwingli

betekenis & definitie

Zwingli - (Ulrich of Huldreich), 1484—1531, de Zwitsersche reformator, geb. te Wildhaus, humanistisch opgeleid te Bern, Weenen, Basel, 1506 pastoor te Glarus, waar hij de studie der classieken en van den Bijbel voortzette, 1516 pastoor in de bedevaartsplaats Maria Einsiedeln, 1519 te Zürich, waar hij, mede onder invloed van Luther, 1522 openlijk, reformatorisch optrad voor de vrije evangelische prediking en het priesterhuwelijk, in den aanvang allereerst tegen de spijsgeboden en kerkelijke misbruiken, allengs tegen geheel de R.-K. kerkleer. Hij stierf 11 Oct. 1531 als gewapend, niet strijdend veldprediker in den slag bij Kappel, meermalen gewond, in den avond door de vijanden herkend, gedood en als ketter verbrand. — Aan grondige geleerdheid paarde Z. onvermoeide wilskracht en buitengewoon practische begaafdheid. Opgewekt van aard, muzikaal zeer begaafd, een vriend van kinderen en van het volk, steeds tot dienen bereid, geestig en slagvaardig, was hij zeer geliefd. Bij zijn reformatorischen arbeid ging hij niet ruw te werk, maar hij wilde uit naam-Christenen werkelijk levende Christenen maken door zorgvuldig onderricht en onder innig gebed.

Dit doel sprak hij dadelijk bij zijn komst te Zürich tot groote verbazing der koorheeren uit en het geleidelijk verloop der Hervorming te dier plaatse pleit voor zijn paedagogisch talent, ofschoon bij zich niet ontzag tal van misbruiken meedoogenloos op te ruimen. — Enkele kenmerken van Z.’s hervorming zijn: de opvatting, dat het Avondmaal allereerst en bijna alleen gedachtenismaal is, een opvatting, die hem in feilen strijd bracht met Luther (sedert 1525 ; in 1529 het godsdienstgesprek te Marburg, waar Z. een zeer verzoenende houding aannam); dat de Doop een zuiver symbolische handeling is, een opvatting, die hij vooral in den strijd met de Wederdoopers ontwikkelde, in welken strijd hij ook meer en meer tot het gevoelen kwam, dat de kerk aan den staat ondergeschikt moet zijn (caesaropapisme); de invoering van een zeer eenvoudigen eeredienst, zonder mis, zonder orgel en zonder gezang, ofschoon hij zelf zeer muzikaal was ; de meening, dat men ook desnoods gewapenderhand zich tegen het geweld der R.-K. vorsten mag verzetten, iets, wat Luther ontkende. Zoo werd Z. de leider ook der kerkelijk-politieke actie der Protestanten tegen de R.-K. kantons en viel in den strijd te Kappel. — Hij heeft zich ook met vrucht verzet tegen het stelsel, dat de Zwitsers als huurtroepen zich in dienst van vreemde vorsten stelden. —Hij schreef 1525 de eerste Gereformeerde dogmatiek Over den waren en valschen godsdienst, en vele andere geschriften.— In ons land had hij door zijn Avondmaalsopvatting, die overeenstemde met die van Corns. Hoen, vele geestverwanten, maar zijn invloed was hier lang zoo groot niet als die van zijn opvolger H. Bullinger en veel minder nog dan die van Calvijn. — Zijne werken kwamen sedert 1905 in nieuwe uitgave uit in het Corpus Reformatorum (uitg.: E Egli, G. Finsler, W. Kohier). — Zie verder: Zwingliana, Mitteil. zur Geschichte Z.’s und der Reformation, sedert 1897, hrsg. v. Zwingli-museum Zürich, red. E. Egli, thans W. Kohier; R. Stahelin, H. Zwingli und sein Roformationswerk (1883). — Idem, H. Zwingli, 2 dln. (1895—97). — August Lang, Zwingli und Calvin (1913).

< >