Glarus - 1) kanton van Zwitserland, groot 685 K.M.2 ; 33.000 inwoners. Het geheele kanton is hooggebergtegebied en behoort tot de geologisch buitengewoon ingewikkeld geplooide Glarner Alpen, die uit kristallijne gesteenten, kalklagen en andere sedimentgesteenten bestaan. De hoofdketen, de zwaar vergletsjerde Tödi-keten, vormt de Z.-grens. Hierin verheffen zich als hoogste toppen de Clariden (3270 M.) en de Tödi (3632 M.). Noordelijker, ten Z.W. van de hoofdstad, verheft zich de prachtige, viertoppige Glarnisch (2920 M.). Slechts in het uiterste N. bevindt zich een meer uitgestrekte vlakte, die tot het alluviale gebied tusschen het Wallen- en het Zürichermeer behoort.
Kern van het kanton is het schoone dwarsdal der Linth, met het zijdal der Sernf. De overige zijdalen, waarvan het Klönthal, met het Klönthalermeer, het voornaamste is, zijn zeer dun bevolkt. De bevolking spreekt in hoofdzaak Duitsch; ¾ Prot., ¼ Kath. Hoofdmiddelen van bestaan zijn textielindustrie (katoen-, wol-, en zijde), een weinig landbouw in de dalen en Alpenveeteelt op de bergen. In het Sernfdal vindt men belangrijke leigroeven.
2) Hoofdplaats van b.g. kanton; 5100 inw.; met de voorstad Ennenda samen 7600. Prachtig gelegen op 475 M. hoogte in het Linthdal, even ten Z. van den uitgang van het Klönthal, omgeven door de imposante bergwanden van de Vorder Glarnisch, Schild en Wiggis; aan den spoorweg Zürich—Linthal en met electrische spoorwegverbinding met Elm in het Sernfdal. Door het Klönthal gaat een rijweg over de Pragelpas naar Schwyz. Het stadje is in 1861 bijna geheel afgebrand en sedert opnieuw gebouwd. In het postkantoor vindt men verzamelingen van oudheden en fossielen, in het gerechtsgebouw een boekerij en een schilderijenmuseum. In het aan den overkant van de Linth gelegen Ennenda textielindustrie.