Versterken - van fotografische negatieven wordt toegepast, wanneer een negatief wel voldoende teekening, maar niet voldoende kracht vertoont. Men verkrijgt dit resultaat door op het zilverneerslag, waaruit het beeld bestaat, een nieuw neerslag van zilver of van een andere verbinding te vormen, resp. het zilverbeeld in een van grooter lichtabsorbeerend vermogen om te zetten. Eventueel worden beide processen vereenigd. Bij de keuze van de wijze van versterking kan men tevens den aard van het negatief ingrijpende veranderingen doen ondergaan, daar de eene versterker van de andere verschilt in de wijze waarop de meer en de minder krachtige partijen worden versterkt, en ook in de meerdere of mindere uitbreiding in de breedte van het neerslag.
Terwijl bij het natte procédé, dat voor het maken van clichees voor grafische doeleinden het meest wordt toegepast, versterking altijd regel is, maakt de broomzilverfotografie daarvan een meer bescheiden gebruik. Meestal is het mogelijk door voldoende ontwikkelijng een voldoende beeld te verkrijgen, of zoo noodig door toepassing van contrastrijk werkende papieren ook van een flauw, mits voldoende gemoduleerd negatief een behoorlijken afdruk te maken. Kan men dezen weg niet bewandelen, dan is versterking noodig. De meest toegepaste zijn wel die, waarbij men met chloorkwik bleekt en daarna het beeld weer zwart maakt met sulfiet of met ammonia. Een andere zeer effectieve versterking is die met uraanverbindingen. Daarnaast worden nog een aantal koper-, lood- en andere versterkers gebruikt. Van groot belang zijn nog die versterkers, welke in hoofdzaak de zwakke partijen in kracht doen toenemen, maar de sterke niet evenredig zwarter maken. Zij berusten meestal op een gedeeltelijke omzetting van het zilverbeeld in een andere verbinding en daarna oplossen van het resteerende zilver.