Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Vagevuur

betekenis & definitie

Vagevuur - (vagen = vegen, reinigen), volgens de R.-K. kerk het (werkelijke) vuur, waarin de meeste afgestorvene zielen van gedoopten, n.l. die, welke niet òf niet onmiddellijk naar den hemel gaan òf naar de hel, langer of korter moeten boeten voor de zonden, die bij hun leven nog niet gekweten waren. Het v. is dus eigenlijk een straf-, geen louterings-, bekeeringsplaats. Deze zielen vormen de lijdende kerk, tegenover de strijdende op aarde en de zegepralende in den hemel. Zij worden geholpen door voorbeden, zielmissen, aflaten, omdat de kerk te beschikken heeft over den Schat der kerk en de geloovigen elkaar ten goede kunnen komen.

Deze leer is allengs ontwikkeld als bepaalde vorm van de gedachte van een tusschentoestand. Vooral Origenes heeft haar bepleit. Het concilie van Florence stelde haar vast (1434). Het Protestantisme heeft haar verworpen, met nadruk op de voldoening van Christus en het geloof. Langzamerhand is, voorn. in de Anglicaansche kerk, de gedachte opgekomen van een mogelijkheid van bekeering en loutering na den dood. Vooral de Wereldoorlog heeft op deze kans de aandacht gericht. Dit is echter iets anders dan het v.