Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Tarbot

betekenis & definitie

Tarbot - Rhombus maximus, visch uit de familie der Platvisschen (Pleuronectidae); huid glad, zonder schubben, doch aan de oogzijde (soms ook aan de blinde zijde) met harde steenachtige knobbels. Kleur der bovenzijde grijs- of zwartbruin gemarmerd, onderzijde witachtig. Gelijkt veel op de Griet, doch is hooger en dientengevolge ronder van vorm.

Bereikt in volwassen toestand een lengte van 60—70 c.M. Komt aan onze kust tamelijk veelvuldig voor en is een der smakelijkste en dientengevolge meest gezochte platvisschen. Hij voedt zich voornamelijk met kleinere visschen en schaaldieren en plant zich in het begin van den zomer voort. De t. komt door de geheele Noordzee en de Westelijke Oostzee vanaf ongeveer 14° N.B., Zuidelijk tot in de Middellandsche zee voor.

< >