Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Simonides

betekenis & definitie

Simonides - 556-468 v. C., een der grootste lierdichters der Grieken, van het eiland Ceos bij Attica. Hij vertoefde te Athene aan ’t hof der Pisistratiden, daarna in Thessalië bij de Scopaden, waar hij bij het instorten eener zaal op wonderbaarlijke wijze zou zijn gered. Na Marathon is hij weer te Athene, waar hij met zijn elegie op de gevallen vrijheidshelden alle mededingers, ook Aeschylus, overwon en de nationale dichter werd. Zijn laatste levensjaren bracht hij door aan ’t hof van Hiero van Syracuse, waar hij ook gestorven is.

Slechts fragmenten van zijn werken zijn ons bewaard (Bergk, Poet. lyr. graec. III 382 vlgg., ook in de Griech. lyriker m. anm. (Teubner)), met vele epigrammen, waarvan vele onecht zijn. S. gold ook als de uitvinder der mnemoniek.

< >