Schwarzschild - (Karl), Duitsch sterrek. van grooten naam, geb. 1873 te Frankfort a. d. Main; werd 1901 Directeur der sterrewacht te Göttingen en 1909, als opvolger van Vogel, Directeur van Duitschlands voornaamste astr. instituut, het Astrophys. Obs. te Potsdam. Hij overl. hier in 1916 aan de gevolgen van een zware ziekte, die hij waarschijnlijk als deelnemer aan den wereldoorlog in de loopgraven had opgedaan. S. heeft zich vooral verdienstelijk gemaakt op het gebied der fotometrie, der stellaire statistiek, en der theoretische sterrek.
Voornaamste zijner talrijke en zeer belangrijke werken: Einfaches Verfahren der Bahnbest. bei spectrosk. Doppelsternen (1900) ; Beiträge zur photogr. Photometrie der Gestirne (1900); Der Druck des Lichtes (1901); Ueber Himmelsme chanik (1903); Untersuchungen zur geometrischen Optik (1905); Ueber das Gleichgewicht der Sonnenatmosphäre (1906); Aktinometrie (Gött. 1910); Zur Stellarstatistik (1912); Beitrag zur Best, von Radialgeschw. mit dem Objectivprisma (1913).