Scheepsraad - In alle voorvallen van aanbelang, hetzij in onder zeil gaan, kappen van ankers of masten, werpen van goederen, aannemen van helpers of lichters, het inloopen in een noodhaven, het op strand zetten van het schip en wat dies meer zij, is de schipper gehouden zich, behalve met zijn reeders, inladers of hun gemachtigden, zoo die tegenwoordig zijn, in allen gevalle te beraden met zijn officieren en de voornaamsten zijner scheepsgezellen. Bij verschil van gevoelen, wordt dat van den schipper gevolgd (art. 367 K. ; zie ook artt. 362, 368 en 374 K.).
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk